Het onbewuste, lang een raadselachtig en ongrijpbaar aspect van de menselijke geest, is een onderwerp dat zowel wetenschappers als filosofen al eeuwen fascineert zoals bij Freud.

Freud, een van de meest invloedrijke figuren in de psychologie, introduceerde het concept van het onbewuste begin 20e eeuw. Zijn theorieën suggereerden dat onbewuste krachten, zoals onderdrukte verlangens en herinneringen, een enorme invloed hebben op ons gedrag en psychologische welzijn.

Freud’s ideeën over het onbewuste hebben niet alleen diepgaande implicaties gehad voor de wetenschap van de psychologie, waar ze hebben geleid tot nieuwe benaderingen in therapie zoals de psychoanalyse, maar ook in de filosofie. Filosofen hebben zich verdiept in de vraagstukken rond vrije wil en zelfbewustzijn, mede geïnspireerd door Freud’s concepten, om te onderzoeken hoe het onbewuste de menselijke ervaring en ethiek beïnvloedt. Zie voor voorbeelden van filosofen het tekstkader bij deze tekst.

In recente tijden hebben twee belangrijke werken, “Het slimme onbewuste” door Ab Dijksterhuis en “Het verborgen brein” door John Bargh, licht geworpen op de immense invloed van het onbewuste op ons dagelijks leven. Deze boeken, hoewel verschillend in benadering en detail, overlappen in hun kernboodschap: het onbewuste beïnvloedt ons gedrag op manieren die ons bewuste zelf vaak niet kan bevatten.

Het onbewuste als stuurman

Dijksterhuis argumenteert in “Het slimme onbewuste” dat het onbewuste niet alleen sneller en efficiënter informatie verwerkt dan het bewuste, maar ook dat het cruciale beslissingen neemt die ons dagelijks functioneren en onze keuzes bepalen (Dijksterhuis, 2007). Deze processen, die zich buiten ons bewustzijn afspelen, regelen alles van eenvoudige handelingen zoals ademen en lopen tot complexere zoals het kiezen van een partner of het maken van carrièrebeslissingen.

Bargh, aan de andere kant, biedt een breed spectrum aan experimenten en onderzoeken die de subtiele, doch krachtige invloed van het onbewuste benadrukken. In “Het verborgen brein”, verkent hij hoe onbewuste motieven en processen ons gedrag sturen, van politieke voorkeuren tot persoonlijke relaties, vaak zonder dat we het merken (Bargh, 2017).

Onbewuste beïnvloeding en maatschappelijke implicaties

Beide auteurs bespreken de maatschappelijke implicaties van een onbewust gestuurd leven. Dijksterhuis wijst op het belang van onbewuste verwerking in creativiteit en innovatie, waarbij hij betoogt dat sommige van de meest creatieve ideeën voortkomen uit een onbewust samenspel van gedachten en niet uit een gerichte, bewuste inspanning. Bargh breidt dit uit door te tonen hoe ons onbewuste niet alleen onze persoonlijke keuzes beïnvloedt, maar ook bredere sociale en politieke structuren.

Hier zijn enkele filosofen wiens werk duidelijk beïnvloed werd door Freud’s concepten van het onbewuste:

  1. Jean-Paul Sartre – Hoewel Sartre uiteindelijk veel van Freud’s psychoanalytische theorieën verwierp, was hij initieel geïnspireerd door Freud’s ideeën over het onbewuste. Sartre probeerde psychoanalyse te integreren met zijn existentialistische visie, vooral in werken zoals “Being and Nothingness”, waar hij het concept van ‘bad faith’ onderzoekt, een vorm van zelfbedrog die parallellen heeft met Freudiaanse verdedigingsmechanismen.
  2. Jacques Lacan – Lacan is een van de meest opvallende figuren in de psychoanalytische theorie die sterk beïnvloed is door Freud. Hij herinterpreteerde Freud’s theorieën door een linguïstische en semiologische lens, waarbij hij het onbewuste structureerde ‘als een taal’. Lacan’s werk heeft brede implicaties gehad in de literaire theorie, genderstudies, en culturele studies.
  3. Herbert Marcuse – Een lid van de Frankfurt School, Marcuse integreerde Freudiaanse psychoanalyse met marxistische theorie. In zijn boek “Eros and Civilization” gebruikt Marcuse Freud’s theorie van het onbewuste om de manier waarop onderdrukkende sociale structuren zich manifesteren en kunnen worden overwonnen te analyseren.
  4. Thomas Metzinger – Hoewel meer hedendaags, heeft Metzinger’s werk over het bewustzijn en de aard van het zelf raakvlakken met Freud’s ideeën over het onbewuste. Metzinger onderzoekt de neuropsychologische basis van zelfbewustzijn en hoe onbewuste processen ons bewustzijn vormen.
  5. Friedrich Nietzsche – Hoewel Freud’s werk na Nietzsche kwam, wordt Freud vaak gezien als een intellectuele erfgenaam van Nietzsche vanwege hun gedeelde interesse in de donkere, irrationele aspecten van de menselijke psyche. Nietzsche’s ideeën over de wil tot macht en de rol van het onderbewuste drijven van de menselijke acties voorzagen in conceptuele voorlopers voor veel van Freud’s eigen theorieën.

Deze filosofen tonen aan hoe Freud’s ideeën over het onbewuste zijn overgestoken naar verschillende filosofische domeinen, elk met een eigen unieke draai aan het concept.

Wetenschappelijke onderbouwing en kritiek

Terwijl Dijksterhuis en Bargh hun argumenten versterken met talrijke wetenschappelijke studies en experimenten, is er ook ruimte voor kritiek. Sommige critici wijzen op de moeilijkheid om onbewuste processen te isoleren en te meten zonder het bewustzijn van de proefpersonen te beïnvloeden. Desondanks bieden beide boeken sterke bewijzen en overtuigende casestudy’s die de kracht en aanwezigheid van het onbewuste in ons dagelijks leven illustreren.

Conclusie

“Het slimme onbewuste” en “Het verborgen brein” zijn belangrijke bijdragen aan ons begrip van de ongeziene krachten die ons gedrag sturen. Door de diepten van het onbewuste te verkennen, bieden Ab Dijksterhuis en John Bargh niet alleen nieuwe wetenschappelijke inzichten, maar dagen ze ons ook uit om na te denken over hoe we leven, beslissingen nemen en interageren met de wereld om ons heen. Het is duidelijk dat het onbewuste een veel grotere rol speelt in ons leven dan traditioneel werd aangenomen, een inzicht dat zowel verontrustend als bevrijdend kan zijn.

Referenties

  • Dijksterhuis, A. (2007). Het slimme onbewuste: Denken met gevoel. Amsterdam: Bert Bakker.
  • Bargh, J. (2017). Het verborgen brein: Hoe het onbewuste ons gedrag bepaalt. Amsterdam: Hollands Diep.

Meer lezen over dit onderwerp?

Voor diegenen die hun begrip van het onbewuste willen uitbreiden, zijn er diverse werken die vanuit psychologische, filosofische en neurologische perspectieven diepe inzichten bieden. Hier is een selectie van zowel klassieke als moderne auteurs die het onbewuste op diverse wijzen benaderen:

Klassieke benaderingen

  • Carl Jung – In “Psychological Types”, verkent Jung het ‘collectieve onbewuste’, een concept dat suggereert dat er een deel van het onderbewustzijn is dat gedeeld wordt door alle mensen. Hij introduceert archetypes, die fungeren als universele, mythologische karakters in onze dromen en verhalen.
  • Erich Fromm – In “The Forgotten Language” duikt Fromm in de wereld van dromen, die hij beschouwt als directe expressies van het onbewuste, en helpt lezers de verborgen betekenissen achter deze nachtelijke visioenen te ontcijferen.
  • Daniel Dennett – Zijn werk “Consciousness Explained” behandelt de complexe interactie tussen bewuste en onbewuste processen, waarbij hij nuttige inzichten biedt in de invloed van onbewuste mechanismen op ons bewuste leven.

Moderne perspectieven

  • Lisa Feldman Barrett – In “How Emotions Are Made”, biedt Barrett een vernieuwend perspectief op emoties en het onbewuste, door te stellen dat emoties geen automatische reacties zijn maar constructies die we leren vanuit onze sociale context en persoonlijke geschiedenis.
  • Anil Seth – In “Being You”, verkent Seth de neurowetenschappelijke fundamenten van bewustzijn en hoe onbewuste processen onze realiteitsbeleving vormgeven. Zijn werk biedt een intrigerende blik op de wisselwerking tussen bewuste ervaringen en onbewuste hersenmechanismen.
  • Matthew Walker – Zijn onderzoek in “Why We Sleep” illustreert hoe essentieel slaap en dromen, diep verbonden met het onbewuste, zijn voor onze emotionele en psychologische verwerking.

Aanvullende lezingen

  • Antonio Damasio – In “The Feeling of What Happens” en “The Strange Order of Things”, onderzoekt Damasio de biologische basis van onze gevoelens en hoe deze vanuit onbewuste processen ontstaan, met grote invloed op onze cultuur en maatschappij.
  • Patricia Churchland – In “Conscience: The Origins of Moral Intuition”, gaat Churchland dieper in op de neurologische onderbouwing van morele en sociale normen, waarbij zij de rol van onbewuste hersenprocessen bij het vormen van ons moreel begrip onderzoekt.

Deze auteurs bieden een bonte verzameling van ideeën die onze kennis van het onbewuste verbreden. Hun werken illustreren niet alleen de kracht van het onbewuste maar ook de diverse methoden en benaderingen die gebruikt worden om dit fascinerende domein van de menselijke geest te verkennen.

Categories:

Reacties zijn uitgeschakeld