Hypnose en meditatie lijken op elkaar, maar verschillen in doel, hersenactiviteit en methodologie. Hypnose verhoogt suggestibiliteit en richt zich op gedragsverandering, terwijl meditatie zelfobservatie en emotionele regulatie versterkt. EEG-metingen zoals Muse S tonen veranderingen in hersengolven, zoals theta en alpha, waardoor deze staten objectief kunnen worden geanalyseerd en geoptimaliseerd.
Hypnose beïnvloedt hersenactiviteit, vermindert DMN-activiteit en verhoogt neuroplasticiteit. Het activeert gebieden zoals de voorste cingulate cortex en prefrontale cortex, wat bijdraagt aan therapeutische toepassingen zoals pijnbeheersing en angstbehandeling. Deze neurologische inzichten legitimeren hypnose als een waardevolle therapie.