1. Inductie van een hypnotische staat
Tijdens hypnotherapie wordt de cliënt geleid naar een staat van diepe ontspanning en gerichte aandacht. Deze staat lijkt op meditatie of “flow” en wordt gekenmerkt door trage hersengolven, met name theta‑golven (4–7,5 Hz), die geassocieerd zijn met ontspanning, emotie- en geheugensamenhang, en verhoogde suggestibiliteit. In deze toestand vermindert de activiteit in het dorsale anterieure cingulate cortex—een gebied dat alarm- en aandachtssignalen bij stress verlicht.
2. Hersennetwerken veranderen van connectiviteit
Onder hypnose nemen de verbindingspatronen tussen sleutelgebieden in de hersenen af en toe toe:
- Sterkere verbinding tussen de dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC), verantwoordelijk voor planning en controle, en de insula, die lichaamsbewustzijn regelt. Dit versterkt de verbinding tussen denken en lichamelijke gewaarwording.
- Verminderde connectiviteit tussen de DLPFC en regio’s van het Default Mode Network—betrokken bij zelfreflectie. Dit maakt het mogelijk om te handelen zonder “over-analyseren”.
Deze hersenveranderingen creëren een toestand waarin suggesties gemakkelijker worden opgenomen en oude patronen (zoals bindingsangst) kunnen worden doorbroken.
3. Verandering in hersengolf- en neurotransmitterpatronen
Hypnose gaat gepaard met:
- Afname van hogere (beta-)golven, die samenhangen met alertheid en soms angst, en een toename van theta‑activering voor diepe concentratie en emotionele regulation.
- Neurochemische veranderingen, zoals toename van dopamine, GABA, serotonine, neuropeptiden en endorfines, die pijn en stress verzachten en ruimte scheppen voor emotionele verwerking.
4. Effect op de limbische systemen bij bindingsangst
Bindingsangst is grotendeels een emotioneel / limbisch fenomeen, waarbij de amygdala, hippocampus, insula, en het cingulate cortex een centrale rol spelen:
- De amygdala is betrokken bij angst en schaarsheidservaringen;
- De ventromediale prefrontale cortex helpt bij het onderdrukken van de angstreactie van de amygdala, essentieel bij de extinguishing van angst.
Hypnotherapie kan deze circuits moduleren door ontspanning en suggestieve herprogrammering, waardoor rust keert en nieuwe, veilige hechtingspatronen kunnen ontstaan.
5. Plasticiteit en hersenherstructurering
In ideale omstandigheden bevordert hypnose neuroplasticiteit—het hersenen leert nieuwe verbindingen aan te leggen en oude gewoonten los te laten. Dit maakt gedragsverandering bij bindingangst mogelijk.
6. Effectiviteit en individuele verschillen
Hypnose is niet bij iedereen even effectief. Het hangt af van hypnotiseerbaarheid: mensen die er vatbaarder voor zijn, vertonen de genoemde hersenactiviteitveranderingen; degenen met lage vatbaarheid ervaren minder effect. Onder ideale omstandigheden is de hypnotherapeut bekwaam, is de cliënt ontvankelijk en is de focus duidelijk (zoals bindingangst transformeren).
Conclusie
In een ideale hypnotherapiesessie voor bindingsangst zie je in de hersenen:
- Gerichte ontspanning via trage theta-golven en verminderde ACC-activiteit.
- Hersennetwerk-vervlechting: versterkte DLPFC-insula-connectie, en verzwakte verbinding met zelfreflectiegebieden.
- Neurochemische kalmering: toename van ontspannende neurotransmitters en endorfines.
- Emotieregulatie via hersengebieden zoals de amygdala, prefrontale cortex en insula.
- Neuroplasticiteit, die het mogelijk maakt om bindingsangstpatronen te transformeren.
- Afhankelijkheid van individuele hypnotiseerbaarheid en therapeutische kwaliteit.
Hypnose is dus geen magie: het is een echte, neurologisch meetbare bewustzijnstoestand waarin specifieke hersennetwerken en chemische processen veranderen. Tegelijkertijd is het geen universeel erkende therapie in alle landen. De huidige kennis is grotendeels gebaseerd op kleinschalige studies en correlaties; er is nog geen volledig sluitend causaal bewijs. Hypnotherapie kan onder de juiste omstandigheden een krachtig hulpmiddel zijn, maar werkt het best in combinatie met andere bewezen behandelmethoden en in een veilige, professionele setting.
Gebruikte bronnen
Cleveland Clinic. (2025, 28 januari). Hypnosis: What It Is, How It Works, Benefits & Risks. nyhealthhypnosis.comWikipedia+1Cleveland Clinic
Fletcher, S. (2024, 23 december). How your brain changes in hypnosis. sophiefletcher.co.uk
Lancaster, M. E., Nudurupati, A. N., & Anbar, R. D. (2024, 8 januari). The neuroscience of hypnosis. Psychology Today. Psychology Today
NY Health Hypnosis & Integrative Therapy. (2022, 21 december). What Happens in Your Brain During Hypnosis? nyhealthhypnosis.com
Spiegel, D. et al. (2016). The Secret of How Hypnosis Really Works. Time. TIME
Stanford News. (2016, 28 juli). Study identifies brain areas altered during hypnotic trances. Stanford Medicine+1
Wikipedia. (2025). Phobia. Wikipedia+1
Hypnotherapy Directory. (2024, 27 november). The neuroscience of hypnotherapy: Rewiring the brain for change. allure.com+14hypnotherapy-directory.org.uk+14PMC+14
No responses yet