De overtuiging dat het mogelijk is om met overledenen te communiceren, heeft diepe wortels in verschillende culturen en religies. Terwijl sommige mensen zweren bij hun ervaringen van contact met dierbaren die zijn heengegaan, zijn anderen sceptisch en zien zij deze ervaringen als producten van de menselijke psyche. Dit essay onderzoekt verschillende wetenschappelijke perspectieven op deze kwestie, en sluit af met de visie van een hypnotherapeut.
De geschiedenis van hypnotherapie is rijk en fascinerend, waarbij de praktijk zich heeft ontwikkeld van oude rituelen tot een erkende wetenschappelijke techniek.
Sigmund Freud, pionier van de psychoanalyse, begon als neuroloog en ontwikkelde interesse in hypnose door Jean-Martin Charcot. Hij gebruikte het om neurotische symptomen te behandelen via toegang tot onderdrukte herinneringen. Ondanks de beperkingen van hypnose, zoals inconsistentie, leidde zijn werk tot de vrije associatie methode en legde het een basis voor hypnotherapie. Zijn inzichten in het onbewuste waren baanbrekend voor de psychologie.