Hypnose en meditatie lijken op elkaar, maar verschillen in doel, hersenactiviteit en methodologie. Hypnose verhoogt suggestibiliteit en richt zich op gedragsverandering, terwijl meditatie zelfobservatie en emotionele regulatie versterkt. EEG-metingen zoals Muse S tonen veranderingen in hersengolven, zoals theta en alpha, waardoor deze staten objectief kunnen worden geanalyseerd en geoptimaliseerd.
Kinderen verkeren van nature in een hypnotische staat door hun dominante theta-hersengolven, wat hen uiterst vatbaar maakt voor suggesties en onbewuste leerprocessen. Deze natuurlijke trance verandert geleidelijk vanaf zeven jaar en verdwijnt grotendeels bij volledige ontwikkeling van de prefrontale cortex rond 25 jaar.
Hypnose verandert hersengolfpatronen, vermindert beta-golven en verhoogt alpha- en theta-golven, wat diepe ontspanning en verhoogde suggestibiliteit bevordert. Deze neurologische verschuivingen helpen therapeuten toegang te krijgen tot het onderbewuste, wat essentieel is voor effectieve behandeling van pijn, angsten en trauma.